Wanneer meld je een medewerker hersteld?

Er is regelmatig sprake van een meningsverschil tussen een werkgever en medewerker over een herstelmelding. Dit is vaak het geval zodra een medewerker na een periode van verzuim weer in staat is om in zijn contracturen te werken. Toch is er niet altijd sprake van herstel zodra een medewerker zijn of haar contracturen kan werken.

Wie bepaalt of een medewerker ‘beter’ is?

Het uitgangspunt in de wet is dat in eerste instantie een medewerker zelf bepaalt wanneer er sprake is van ziekte en van herstel. Dit kan overruled worden door een oordeel van de bedrijfsarts of het UWV via een deskundigenoordeel.

Volgens de wet is er sprake van herstel als een medewerker weer volledig zijn eigen werk doet volgens de overeengekomen contracturen. Belangrijk hierbij is dat een medewerker alle taken die bij zijn of haar functie horen weer heeft hervat. Daarbij moet medewerker dit in hetzelfde tempo en met dezelfde kwaliteit kunnen uitvoeren als voor aanvang van de verzuimmelding. Indien dit niet het geval is, kan er geen sprake zijn van een herstelmelding.

Duurzaamheidstoets

Bent u van mening dat de medewerker nog niet in staat is om het eigen werk volledig uit te voeren of bent u bang dat medewerker met een terugval te maken kan krijgen? Vraag dan advies aan de bedrijfsarts.

In overleg met de bedrijfsarts kan een “duurzaamheidstoets” ingezet worden. Duurzaamheidstoetsen mogen worden toegepast als er gerede twijfel is of medewerker duurzaam in staat is zijn bedongen arbeid te verrichten. U, als werkgever, kan dan toetsen of de medewerker weer alle taken die horen bij de functie in hetzelfde tempo en met dezelfde kwaliteit kan uitvoeren. De arbeidsdeskundigen van Puls kunnen u hierbij begeleiden.

Inzet van een loonwaardebepaling

Een andere optie om te toetsen of een medewerker in staat is om het eigen werk volledig uit te voeren is een loonwaardebepaling. Bij een loonwaardebepaling meet de arbeidsdeskundige de feitelijke arbeidsprestatie van een medewerker op de werkplek. De uitkomst van de meting wordt vergeleken met de norm die binnen een organisatie gehandhaafd wordt. Voor deze meting wordt gebruik gemaakt van de uniforme methode loonwaardebepaling.

Inzet van DIO (preventief)

Mocht de medewerker weer hersteld zijn gemeld en er bestaat alsnog twijfel aan de (duurzame) inzetbaarheid, dan kan het Duurzaam Inzetbaarheidsonderzoek van Puls ingezet worden. Op deze wijze krijgen zowel werkgever als medewerker inzicht in de signalen van eventuele disbalans, de oorzaak hiervan en hoe de balans kan worden hersteld.

Meer weten?

Wilt u de inzetbaarheid van uw medewerker laten toetsen door Puls? Dan helpen wij u graag! Raadpleeg uw casemanager of adviseur, of neem contact met ons op via 088 032 2460 of servicedesk@pulsinzetbaarheid.nl.

Neem contact op

Wilt u meer informatie ontvangen? Neem dan contact met ons op of vraag vrijblijvend een offerte aan.