Waarom en wanneer wordt er een arbeidsdeskundig onderzoek ingezet?

Een medewerker langdurig in verzuim is voor zowel de werkgever als de medewerker geen pretje. Toch wilt u als werkgever op een gegeven moment weten of een medewerker nog kan re-integreren en wat eventueel de mogelijkheden zijn. U kunt dan een arbeidsdeskundig onderzoek laten uitvoeren door Puls. Maar waar krijgt u tijdens het onderzoek antwoord op en wanneer zou u een arbeidsdeskundig onderzoek inzetten?

Waarom een arbeidsdeskundig onderzoek?

Als een medewerker al langere tijd arbeidsongeschikt is en de werkgever wil een duidelijk en goed onderbouwd advies over de re-integratiemogelijkheden voor arbeid, dan is het verstandig om een arbeidsdeskundig onderzoek te laten verrichten. Bij een arbeidsdeskundig onderzoek weegt de arbeidsdeskundige de belastbaarheid van de medewerker en de belasting in de functie. De belastbaarheid wordt door de (bedrijfs)arts  opgeschreven in een Functie Mogelijkheden Lijst (FML) en de belasting in het werk wordt vastgesteld door de arbeidsdeskundige. Aan de hand van deze weging en de wetgeving (WvP) rond re-integratie zal de arbeidsdeskundige antwoord geven op de volgende vragen:

  • Kan de medewerker terugkeren naar eigen werk?
  • Kan het werk van de medewerker worden aangepast?
  • Kan de medewerker re-integreren in ander werk bij de eigen werkgever?
  • Zijn er mogelijkheden op de arbeidsmarkt om de medewerker naar ander werk bij een andere werkgever te begeleiden?

Re-integratie via spoor 1 of 2

De arbeidsdeskundige heeft apart gesprekken met de werkgever en de medewerker en bezoekt de werkplek. Zo nodig volgt er een afsluitend driegesprek. Door voornoemde vragen te beantwoorden stelt de arbeidsdeskundige vast hoe het meest optimale re-integratieplan eruitziet. Re-integreren kan op twee manieren: via spoor1 en/of spoor 2. Bij de eigen werkgever re-integreren wordt spoor 1 genoemd. Re-integratie bij een andere werkgever wordt spoor 2 genoemd.

Wanneer wordt er een arbeidsdeskundig onderzoek ingezet?

Een arbeidsdeskundig onderzoek vindt (meestal) aan het einde van het eerste ziektejaar plaats en geeft inzicht in de tot dan toe genomen re-integratieactiviteiten en welke stappen nog genomen zouden kunnen worden in de re-integratie.

Vanuit de Wet Verbetering Poortwachter (WvP) wordt verwacht, dat zowel de werkgever als de medewerker er alles aan doen om de re-integratie zo soepel mogelijk te laten verlopen.

Re-integratie verplichtingen

Als blijkt dat de werkgever en de medewerker niet voldaan hebben aan de re-integratieverplichtingen kan er door het UWV, een loonsanctie opgelegd worden van één jaar. Dit betekent dat de werkgever nóg een jaar het loon van de medewerker moet doorbetalen.

In dat jaar krijgt de werkgever dan alsnog de kans om te voldoen aan de re-integratie-verplichtingen. De Wet Verbetering Poortwachter schrijft voor dat de werkgever een eventueel tweede spoor uiterlijk aan het einde van het eerste verzuimjaar in moet zetten. Tegen die tijd is inzicht in de re-integratiemogelijkheden van de zieke medewerker dan ook een aanrader.

Maar er kunnen goede redenen zijn om een arbeidsdeskundig onderzoek eerder uit te voeren. Bijvoorbeeld wanneer voor die tijd al duidelijk is dat terugkeer naar het eigen werk niet meer mogelijk is of de re-integratie ‘vast’ zit en de werkgever gebaat is bij advies van een arbeidsdeskundige om de re-integratie weer ‘vlot’ te trekken.

Uw partner op het gebied van arbeidsdeskundigheid

Komt het eind van het eerste ziektejaar in zicht en moet u een arbeidsdeskundig onderzoek laten uitvoeren of wilt u dit vroegtijdig laten uitvoeren? Neem dan vrijblijvend contact op met ons en lees op onze website meer over arbeidsdeskundige onderzoeken.

Neem contact op

Wilt u meer informatie ontvangen? Neem dan contact met ons op of vraag vrijblijvend een offerte aan.